De belangrijkste padel regels op een rijtje
Padel is een racketsport die de laatste tijd steeds populairder is geworden. Deze sport, die eigenlijk de verschillende elementen van tennis en squash combineert, heeft de sportwereld in relatief korte tijd weten te veroveren. Met zijn snelle actie, toegankelijkheid voor alle leeftijden en de nadruk op sociaal spel, is padel uitgegroeid tot een favoriete keuze voor sportliefhebbers over de hele wereld. Als je net bent begonnen met padel of nog twijfelt, dan is het handig je eerst even te verdiepen in de regels. Ondanks het feit dat veel regels hetzelfde zijn, zijn er wel degelijke verschillen tussen padel, tennis en ook squash. Lees de belangrijkste padel regels hieronder.
De geschiedenis van padel
Waar veel mensen denken dat padel pas bestaat, is dit niet helemaal het geval. Padel werd namelijk voor het eerst bedacht in Mexico in de jaren 60, toen Enrique Corcuera een tennisbaan creëerde met kortere muren en een net in het midden. Dit leidde tot de geboorte van padel. Een spel dat al snel naar Spanje werd gebracht en daar snel populariteit verwierf. Sindsdien heeft padel zich over de hele wereld verspreid, waarbij landen in Europa, Latijns-Amerika en andere continenten fanatieke spelers hebben aangetrokken. Waar de Grieken vroeger allerlei verschillende sporten beoefenden in een evenement dat we inmiddels kennen als ‘De Olympische Spelen' ter ere van Zeus, was van padel nog geen sprake. Wil jij nu meer weten over deze Griekse oppergod? Neem dan eens een kijkje op de website van https://whoiszeus.nl/.
Het speelveld van een padelbaan
Padel wordt meestal gespeeld op een rechthoekig veld met omringende glazen of metalen wanden. Het veld is verdeeld in twee gelijke helften door een net. Het spel wordt gespeeld in dubbelspel, waarbij elk team uit twee spelers bestaat. Spelers mogen de wanden gebruiken om de bal terug te slaan. Juist dit laatste maakt het ongelooflijk spannend, omdat de kans dat een bal uit gaat, zoals we dit bij het tennissen wel kennen, een stuk kleiner is.
Serveren van de bal
De serveerder begint het spel door de bal diagonaal over het net te serveren naar de tegenstanders. De serveerder moet de bal onderhands en diagonaal in het servicevak van de tegenstanders slaan. De bal moet eerst het grondvlak raken voordat hij de wanden raakt. In principe in de basis gelijk aan tennis, alleen serveer je dus hier onderhands. Dit komt omdat het veld een stuk kleiner is, en je anders weinig tot geen kans hebt de bal terug te kunnen slaan.
Bekijk ook Zo word je nog beter in padel!
Het spel na het serveren
Nadat de bal is geserveerd, mogen spelers de bal spelen nadat deze eenmaal de wand heeft geraakt. Je mag de bal tegen de wanden spelen voordat deze wordt teruggeslagen naar de tegenstander. Het doel is om de bal zo te plaatsen dat de tegenstanders moeite hebben om deze terug te spelen en je dus uiteindelijk een punt krijgt omdat de bal dan in het net beland of twee keer stuitert.
De puntentelling
Wanneer je gaat padellen, is het wel fijn te weten wanneer je hebt gewonnen. De puntentelling in padel is vergelijkbaar met tennis. Het spel wordt gespeeld in sets van meestal 6 games. Als een set eindigt in 6-6, wordt meestal een tiebreak gespeeld. Het team dat als eerste 2 sets wint, wint de wedstrijd. Natuurlijk is het aan jezelf om te bepalen hoe je dit invult. Het spel is bovendien vrij intensief. Als beginner moet je wellicht even wennen aan het spel, voordat je een volledige wedstrijd kunt uitspelen.
Lees hier ook onze blog over de voordelen van padel spelen met collega's.